Verzorging van je Goudpalm

De goudpalm biedt een bijzondere aanblik. Hij bestaat uit een gemeenschap van elegante, dunne stammen en eindigt in talrijke, vederlichte palmbladeren. Vanop afstand lijken de blaadjes op verrassende wijze met elkaar verweven te zijn. Deze palm vormt een subtiel, intrigerend en rustgevend element in de woonkamer. 

Familie: palmenfamilie (arecaceae of palmae). 
Naam: areca palm of areca vlinderpalm, goudpalm, goudvruchtpalm, gouden rietpalm (dypsis lutescens). Zijn naam dankt de kamerplant aan zijn geelachtige stengels, of aan de gele bloemetjes die hij produceert tijdens de bloei (enkel in de natuur).
Oorsprong: De goudpalm is afkomstig uit Madagascar en is een bedreigde soort. Onder meer in de Caraïben komt hij echter voor als verwilderde plant.

Luchtzuiverend
Zoals alle luchtzuiverende planten zorgt ook de goudpalm voor veel zuurstof in de lucht. 
Daarnaast haalt hij, volgens een studie van de NASA naar de beste luchtzuiverende planten, fijnstof van formaldehyde, xyleen en tolueen uit de lucht. 
Bovendien geeft de goudpalm ook veel vocht af. Zo houdt hij de vochtigheidsgraad van de kamer op peil, wat erg interessant is tijdens de winter, wanneer de verwarming aanstaat, en tijdens hete zomers.

Verzorging goudpalm
Een areca verzorgen is niet moeilijk, maar als je echt goed voor je goudpalm zorgt, groeit hij sneller, ziet hij er sierlijk groen uit en zuivert hij de lucht optimaal. 

Standplaats
De goudpalm houdt van veel licht. Toch verdraagt hij geen direct zonlicht. Een plaatsje op enkele meters afstand van het raam is dus ideaal. Bij een raam op het noorden mag hij vlak voor het raam staan.
Zorg ervoor dat de palm niet in de tocht staat en plaats hem niet naast de verwarming. 

Temperatuur
Zowel in de zomer als in de winter staat de areca het liefst in een aangenaam verwarmde kamer.
Minimumtemperatuur: niet onder de 13 graden. 
Maximumtemperatuur: 25 à 30 graden. Liggen de temperaturen hoger in de zomer, dan kan je de palm dagelijks benevelen met een plantenspuit en hem, indien mogelijk, verplaatsen naar een kamer op het noorden.

Water geven
De waterbehoefte is het grote aandachtspunt van de goudpalm. De wortelkluit mag nooit volledig opdrogen, maar evenmin te nat worden. Zorg er dus voor dat de grond altijd vochtig blijft. 
Om te weten of de grond nog goed vochtig is, voel je even met een vinger onder de oppervlakte van de pot (de grond aan de oppervlakte zelf droogt snel uit). Is de grond droog, dan is het tijd om water te geven. 

In de lente en de zomer: meestal twee- tot driemaal per week (bij hoge temperaturen nog vaker) 
In de winter: eenmaal per week (of minder) 
Geef liever vaker een beetje water dan ineens heel veel. 

Sproeien/afstoffen 
Als hij regelmatig gesproeid wordt, zal de goudpalm je belonen met groener blad. 
Een goudpalm afstoffen met een vochtige doek is, door de talrijke bladeren, een geduldkarweitje. In plaats daarvan kan je hem een- of tweemaal per jaar onder een lauwwarme douche houden. Grote planten die een stofbeurt nodig hebben kan je buiten plaatsen wanneer het regent (enkel bij warme temperaturen). 

Voeding
Zoals alle palmen groeit ook de goudpalm binnenskamers vrij langzaam. Hij heeft dan ook niet vaak voeding nodig. Om de twee weken of zelfs slechts eenmaal per maand volstaat. In de winter is dit niet nodig.
Goudpalmen zullen niet sneller groeien door meer voeding te geven, doe dit dus niet. 

Snoeien
Dit is niet nodig. Wanneer bruine punten ontstaan kan je deze wegknippen. Eventuele uitgedroogde bladeren aan de basis van de plant mag je verwijderen.

Bloei
In de huiskamer komt de goudpalm niet tot bloei. In de natuur krijgen goudpalmen lange pluimen van kleine, gele bloemetjes. Daaruit ontstaan lange trossen bruinrode besjes.

Verpotten
Doordat de palm als kamerplant langzaam groeit, is verpotten slechts om de twee tot drie jaar nodig. 
Kies daarvoor, afhankelijk van de grootte van de plant, een diepe pot die 2 tot 5 centimeter breder is. 
De areca is prima tevreden met gewone, vrij voedzame potgrond. Je kan palmgrond of licht zure grond gebruiken, maar dit is niet noodzakelijk. 

Vermeerderen

  • Voelt de goudpalm zich goed, dan maakt hij soms jonge grondscheuten. Wanneer ze 30 cm groot zijn kan je ze zachtjes, handmatig losnemen en apart laten groeien in een pot met teelaarde voor palmen of groene planten. De eerste twee maanden kan je hun temperatuur en vochtigheidsgraad stabiel houden door ze af te dekken met een doorschijnende plastic zak.
  • Oudere stengels kan je van elkaar scheuren. Doe dit in het voorjaar, dan kunnen de wortels sneller herstellen van de opgelopen schade.
  • Stengelstekken maken lukt niet met de goudpalm.

Giftig?
De goudpalm is niet giftig. Katten zouden er graag aan knagen, maar dit kan geen kwaad. 

Ziektes en plagen
De areca is nauwelijks vatbaar voor ziektes en plagen, zelfs niet wanneer je er een tijd niet goed naar omkijkt. Alleen bruine punten op het einde van het blad komen vaak voor.

  • Bruine punten op het einde van het blad: ontstaan door te droge lucht. Soms ook doordat mensen te vaak langs de plant lopen en ertegenaan stoten. 
  • De punten kan je wegknippen – knip daarbij niet in het groen van het blad. Zorg ervoor dat de plant voldoende gesproeid wordt en zacht behandeld wordt.
  • Bladeren vallen af: het behoort tot het natuurlijke proces dat oudere bladeren afvallen, terwijl er zich nieuwe vormen. Op oudere stengels van de goudpalm zie je ook de littekens van de oude, afgevallen bladeren. 
  • Er vallen heel veel bladeren af: de potgrond is regelmatig ofwel te droog ofwel te nat geweest.
  • De bladeren kleuren geel: de plant heeft te veel rechtstreeks zonlicht ontvangen en/of de aarde was te droog. Heeft de plant erg weinig voeding gekregen, dan kan dat ook de oorzaak zijn. 

Plagen

Spint: kan ontstaan wanneer de lucht erg droog is. Je kan het wegsproeien onder de douche en eventueel een biologisch insecticide gebruiken. Daarna zal het nodig zijn de plant vaker te benevelen. 

Wolluis: kan ontstaan wanneer de palm in de tocht staat. Zoek een andere plaats voor de plant en behandel hem met een biologisch insecticide.

Welke areca kiezen? 
Een kleine, jonge goudpalm heeft nog niet veel blaadjes, ziet er schattig en kwetsbaar uit. De palm groeit niet snel, maar over de jaren heen zal je hem zien evolueren naar een grote palm. Jonge areca’s hebben het voordeel dat ze zich sneller aanpassen aan de omstandigheden in de huiskamer. 
Een grotere goudpalm kan de kamer waarin hij zich bevindt onmiddellijk van veel groen voorzien en zuivert de lucht beter. Hij zal echter wat meer tijd nodig hebben om te wennen aan zijn nieuwe omgeving. 

Tot slot
De Gouden Palm-trofee, die de winnaars van het filmfestival in Cannes uitgereikt krijgen, is niet een mooie, levende goudpalm. Zij krijgen slechts één gouden palmveer. En dat is jammer, want met een levende goudpalm zouden ze zuivere lucht en een elegante, groene vriend mee naar huis nemen.
Wil jij deze prachtige plant wel in je huis hebben? Via de webshop kan je een goudpalm kiezen!

Verzorging van je Dracaena

We trekken de natuur in om een frisse neus te halen en zuivere lucht in te ademen, en dat doet deugd. Maar de dracaena zorgt ervoor dat ook binnenskamers de lucht krachtig gezuiverd wordt. Nodig deze kamerplant met een gerust hart uit, bij je thuis of op kantoor, want hij maakt het je niet moeilijk. In ruil voor weinig inspanningen geeft hij met zijn subtiele aanwezigheid een aangenaam ritme aan de ruimte waarin hij zich bevindt en zuivert hij de lucht.

Van nature komt de dracaena voor in tropisch Midden-Amerika, Afrika en Zuid-Oost Azië. 
Hij ziet eruit als een palm, wordt ongeveer verzorgd als een palm, maar… behoort niet tot de palmbomen! 
De dracaena wordt ondergebracht bij de aspergefamilie (asparagaceae). 

‘Dracaena’ komt van het Grieks dracaina, wat ‘vrouwelijke draak’ betekent, vandaar de naam drakenboom. 
Een variëteit van deze boom, de dracaena draco, heeft rode hars (‘drakenbloed’) en wordt daarom drakenbloedboom genoemd. Ook enkele andere variëteiten hebben die typische, rode hars. De woorden drakenboom en drakenbloedboom worden vaak door elkaar gebruikt.

Luchtzuiverend
Deze kamerplant voegt meer zuurstof toe aan de lucht dan hij er verbruikt. Maar dat is lang niet alles. Volgens een NASA-studie over luchtzuiverende planten haalt de dracaena ook bijzonder goed fijnstof afkomstig van benzeen, formaldehyde, trichloorethyleen, tolueen en xyleen uit de lucht. Deze stoffen bevinden zich bijvoorbeeld in inkt, verf, plastic, huishoudproducten. Hierdoor is deze plant ook zeer geschikt als kantoorplant.
De krachtigste luchtzuiveraars zijn de dracaena marginata en de dracaena janet craig.

Hoogte
In de natuur groeien dracaena’s uit tot hoge bomen. Ook binnen in huis worden deze kamerplanten groot: een tot drie meter, afhankelijk van de soort.

Standplaats 
De dracaena houdt van veel licht, maar niet van rechtstreeks zonlicht. Plaats de plant dus bij voorkeur op enkele meters afstand van een raam op het oosten of op het westen, nog wat verder weg van een raam op het zuiden.
Vlak voor een raam op het noorden voelt de dracaena zich ook prima, op voorwaarde dat het er niet te koud is in de winter.
Ten slotte voldoet een plaats met minder licht ook, alleen groeit de dracaena er minder snel en bonte soorten worden meer egaal groen.

Temperatuur 
Ideale temperatuur: rond de 21 graden. 
Goede minima en maxima: tussen 15 en 25 graden. 
Laat deze tropische plant nooit onder de 12 graden staan, ook niet ’s nachts in de winter. 

Water geven 
Geef nooit te veel water, anders ontstaat er wortelrot. 
Tijdens de lente en de zomer: een of twee keer per week. Tijdens hittegolven geef je meer. 
Na de zomer verminder je de watergift geleidelijk, en in de winter volstaat eens in de drie tot vier weken water geven. 

Sproeien/afstoffen
De dracaena verdraagt een redelijk lage luchtvochtigheid. 
Toch is het goed voor jou én voor de plant om hem regelmatig te benevelen met een plantenspuit. Dit verwijdert opkomend ongedierte, de bladeren gaan mooi glanzen en ze kunnen hun luchtzuiverende functie optimaal vervullen. 
Je mag de dracaena ook soms afstoffen met een vochtige doek, hem een lauwwarme douche geven of bij warme temperaturen buiten plaatsen tijdens een regenbui.

Voeding
Vanaf de lente kan je de dracaena marginata wekelijks voeding geven. Sommige andere soorten, zoals de dracaena fragrans, groeien wat trager, geef hen daarom slechts om de twee weken voeding.
In de herfst stop je met de voedselgift.

Snoeien
Bij de drakenbloedboom houd je best rekening met het kleverige, rode drakenbloed dat bij sommige soorten vrijkomt tijdens het snoeien. Het vocht is niet giftig noch irriterend.
Bruin geworden topjes van bladeren kan je afsnijden – snijd niet in het groen!
Versleten, vergeelde bladeren kan je wegsnoeien, en anders vallen ze vanzelf af. 

Vormsnoei
Een grote dracaena met een lange stam en enkel bovenaan bladeren, heeft de sfeer van een echt boompje in huis. 
Verkies je een volle plant met veel blad, dan kan je in het vroege voorjaar de plant afsnoeien, zodat hij gaat vertakken. Doe je dit ieder jaar, dan krijg je uiteindelijk een dichte struik. 
Snoei nooit lager dan 15 cm boven de grond. 
Het snoeiafval kan je vervolgens gebruiken voor stengelstekken.

Bloei
Gewoonlijk bloeien deze exoten niet in huis, hoewel de kans daartoe wel bestaat bij de oudere dracaena fragrans. Binnenskamers blijven zijn lichtroze bloemen onregelmatig. Toch kan je er gewoon van genieten dat er bloemen zijn en hun heerlijke, zoete geur opsnuiven.

Verpotten
Jonge dracaena’s mag je jaarlijks verpotten. 
Oudere dracaena slechts om de twee tot drie jaar. Zo krijgt hij de tijd om een dikke stam te ontwikkelen. 
Verpotten gebeurt altijd in het voorjaar. Gebruik hiervoor goede potaarde en kies een pot die enkele maatjes groter is dan de huidige. Een plantenpot met gaatjes onderin is ideaal om wortelrot tegen te gaan. 

Vermeerderen
Dit gaat eenvoudig door stengelstek. 
Heb je gesnoeid, dan gebruik je de bovenste 10 tot 20 cm van een tak. 
Gooi de rest van de tak niet weg. Je kan hem in stukjes van 10 tot 20 cm knippen en deze ook gebruiken als stek. Dit lukt niet altijd, maar soms toch wel.

Giftig?
Voor mensen is deze kamerplant niet giftig, maar let op voor huisdieren: knabbelen aan de plant kan hun maag irriteren. Let daarom voor alle zekerheid ook op met kinderen. 

Ziektes
De bovenkant van de blaadjes kleuren bruin of er ontstaan zwarte vlekjes op de plant: de plant krijgt te weinig water, de luchtvochtigheid ligt te hoog of de plant krijgt te veel licht.
De bladeren vallen af of verwelken: de dracaena heeft te weinig licht, hij heeft te veel water gekregen of de luchtvochtigheid in de kamer ligt te laag. De dracaena kan ook zijn bladeren verliezen wanneer hij het koud heeft. 
De bladeren vergelen: als de plant nieuwe bladeren blijft bijmaken, behoort dit tot de normale evolutie van de dracaena. Komen er geen nieuwe blaadjes bij en je kamerplant ziet er niet fris uit ondanks goede zorgen, dan kan dit te wijten zijn aan een insectenplaag. 

Plagen
De dracaena heeft niet veel last van aanvallen door insecten. 
Luizen en spint kunnen voorkomen worden door regelmatig te sproeien.
Ontstaat er toch dopluis of wolluis, gebruik dan een biologisch insecticide. 

Welke dracaena drakenbloedboom kiezen?
Elke kamer verdient een plant en omdat er zoveel verschillende soorten dracaena’s bestaan, kan je zelfs voor elke kamer een verschillende drakenboom kiezen. 
Zo is er de dracaena dragon tree marginata, heel subtiel met zijn spits oplopende, donkergroene bladeren omringd door een fijne, rode rand. 
De drakenbloedboom dracaena janet craig heeft dan weer vollere, frisgroene bladeren. 
De dracaena fragrans compacta blijft vrij klein. 

Er zijn kleine en grote dracaena’s, groene en veelkleurige, met fijne blaadjes of met voller blad. Verken in onze online plantenshop welke dracaena’s van Boompje voor Thuis passen in jouw interieur.